Deze waterkeringen worden voornamelijk belast door stroming langs het talud (tot 2 m/s) en/of door golven als gevolg van langsvarende recreatieve schepen en deels door stromingen haaks op het talud als gevolg van wisselingen in de waterstand. Langsstromingen belasten de oever met name nabij vernauwing in het natte profiel. Dat betekent dat bij uitmondingen van bv. sluizen, maar ook bij duikers, bruggen en andere kunstwerken de stroming kan toenemen en daarbij de kans op erosie van de oever.
● Scheepsgolven (lichte scheepvaart) ● Stroming haaks op het talud ● Stroming langs het talud tot ca. 2 m/s
De opbouw van een dergelijke glooiing kan bestaan uit een constructie van betonmaterialen met een ecologische dek- laag (al dan niet als matten) op een filterconstructie van geotextiel op de aanwezige geëgaliseerde ondergrond. Een gewicht van 185 kg/m2 zal doorgaans voldoende zijn.
in den natte in den droge deels nat, deels droog
door toepassing van matten bestaande uit beton- blokken verbonden aan een drager van geotextiel door toepassing van grote doorlatende betonele- menten (min. 185 kg) los geplaatst op geotextiel of door toepassing van matten bestaande uit betonblokken verbonden aan een drager van geotextiel door toepassing van matten onder water en betonelementen op geotextiel boven water
RONA®Betonblokkenmat RONA®Taludplaat, RONA®Ton, RONA®Blokkenmat of RONA®Blokkenmatras RONA®Ton met ECO toplaag in combinatie met RONA®Blokkenmat ECO-toplaag